Ik heb hier vele jaren ruime ervaring mee. Vanaf mijn eerste hyperventilatiepatient ben ik gefascineerd door deze kwaal en ik heb sinds de begin 80er jaren met veel plezier zo,n 1500 patiënten met deze aandoening mogen behandelen.
Hyperventilatie komt in 2 vormen voor: Acuut en chronisch.
Een voorbeeld van ACUTE HYPERVENTILATIE zou het volgende geval kunnen zijn:
Je bent in je lokale supermarkt. Tijdens het winkelen voelde je je al niet zo lekker, een beetje duizelig en raar. Er zijn aan de kassa nog drie klanten voor je en het wachten duurt lang. Je hebt het druk en je ergert je een beetje over de trage gang van zaken. Het nare gevoel wat je al had word ineens erger en het zweet breekt je uit. Het liefst wil je snel weg maar wat moet je met je karretje. Je raakt in paniek en je krijgt tot overmaat van ramp ook nog hartkloppingen en steken in je borst. De paniek word ineens heel groot(paniekaanval). Een bezorgde klant waarschuwt de bedrijfsleider en voor dat je het weet lig je in de ambulance en even later aan de monitor op de spoedeisende hulp. Tot je verbazing krijg je daar te horen dat lichamelijk alles in orde is. Het was maar gewoon hyperventilatie. En je mag weer naar huis. Aan de ene kant ben je blij dat er niets aan de hand is maar aan de andere kant kan je dat bijna niet geloven. Als de volgende dag de gemiste boodschappen alsnog gedaan moeten worden, kan het zijn dat je je partner vraagt of die mee gaat. Je durft niet meer alleen.(vermijdingsgedrag)
Als de klachten zich weer eens herhalen dan groeit de twijfel of je lichamelijk wel in orde bent (Ziekteangst) en ga je naar de huisarts. Ook deze vind geen lichamelijke afwijkingen. Dit stelt je gerust. Zo lang als het duurt. Misschien krijg je sederende medicatie, soms een verwijzing naar een psycholoog. Als dit allemaal niet helpt kan het zijn dat je fobieën ontwikkeld. Je durft niet meer alleen op pad en zeker niet meer naar de supermarkt, of in de lift, of auto te rijden.
De CHRONISCHE HYPERVENTILATIE verloopt heel anders. Hier speelt de paniek een veel kleinere rol en verloop de klacht veel geleidelijker en minder heftig. De chronische vorm komt heel veel voor, maar word vaak niet als hyperventilatie herkend. Het accent ligt bij de chronische hyperventilatie op een vaak grote hoeveelheid soms sterk wisselende klachten, waar geen duidelijke medische afwijkingen te vinden zijn.(Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klacht of SOLK). Kans is groot dat de relatie met je arts een beetje onder druk komt te staan. Misschien ga je denken dat je huisarts je een aansteller vind, of je denkt dat hij je niet goed genoeg onderzoekt. Ook kan het zijn dat je te veel en te vaak specialistisch onderzoek aanvraagt, zonder dat dit iets oplevert.
WAT IS HYPERVENTILATIE NOU EIGENLIJK. Als je er puur lichamelijk naar kijkt dan is het eigenlijk een eenvoudige kwaal. Een hyperventilant ademt op een manier, waardoor er meer CO2 uit het bloed verdwijnt dan er bijkomt. Op een gegeven moment is de zuurgraad van het bloed te laag en gaat het lichaam compenseren door bloedvaten samen te trekken waardoor het bloed weer zuurder word. De organen krijgen dan echter minder bloed en kunnen niet meer normaal functioneren. De patiënt schrikt van de klachten die daardoor ontstaan en krijgt juist daardoor de neiging om nog meer te overademen. Vooral bij de acute vorm waar dan een paniek aanval door ontstaat. Het lichaam zal dit onevenwicht altijd herstellen en je kunt er niet dood aan gaan. De klachten zijn tijdelijk en niet schadelijk voor je lichaam. Toch kunnen de klachten en vooral ook de angst ervoor je leven aardig verstoren.
DE KLACHTEN: Zoals gezegd ontstaan de klachten doordat de bloedvaten vernauwen om het zuur evenwicht te herstellen. Dat kan in elk type weefsel gebeuren en er kunnen dus ook allerlei soorten functiestoornissen ontstaan. Een redelijk volledig beeld geeft een tabel opgesteld door de Duitse onderzoeker G. Weimann in 1968. Hij geeft de frequentie van spontaan optredende klachten bij patiënten die lijden aan het hyperventilatiesyndroom.(uit Leven met hyperventilatie, Elly Bennink)
Ademhaling, 99%, onderverdeeld al volgt:
ademnood 84%
gevoel van beklemming op de borst 51%
prop in de keel 43%
een versnelde en/of verdiepte ademhaling 44%
onvermogen voldoende diep door te ademen 27.5%
zuchten 10.5
gapen 10.5
steken in de borstkas 2.5
Tintelingen of gevoelloosheid, 95%
vingers 90.5
armen 58%
mond 40.5
benen 34.5
voeten 30%
lichaam 21.5
borstkas 16.5
Gestoorde prikkeloverdracht zenuwenspieren, 94%
stijfheid van de vingers of armen 74%
gekromde vingers 61%
beven tijdens hyperventilatie 42%
beven na hyperventilatie 37%
stijfheid in de benen 22.5%
stijfheid rond de mond 16.5%
spraakmoeilijkheden(t.g.v. stijfheid van de mond) 12.5
kramp in tenen of benen 2.5%
bloedvaten in de hersenen, 89%
duizeligheid 71.5&
gevoel van verdoving of doezeligheid, vermindering
van concentratievermogen en geheugen, verlies van
contact met de omgeving (In het algemeen
bewustzijnsdalingen) 71.5%
zwart worden voor de ogen 37%
hoofdpijn 37%
warmtegevoel in het hoofd 25%
flauwvallen 15.5%
psychisch, 88%
angst 77%
onrustig gevoel 47.5%
huilen 15.5%
gespannenheid 8.5%
hart, 70%
hartkloppingen 49%
korte pijnlijke steken in de hartstreek 24%
drukkend gevoel in de hartstreek zonder pijn 21.5%
snelle hartslag 14.5%
kramp in de hartstreek 8.5%
onregelmatige hartslag, “overslaan” van hartslagen 6%
temperatuursensatie, 63%
gevoel van kou in handen en voeten 52.5%
in het algemeen gevoel van kou in handen en voeten 15.5%
in het algemeen gevoel van warmte 6%
gevoel van warmte in handen en voeten 2.5%
zweten ?%
maag/darmen 60%
misselijkheid 42%
opgeblazenheid 21.5%
boeren 13%
overgeven 7%
droogheid van de mand 6%
luchtslikken(aerofagie) ?%
algemeen, 54%
vermoeidheid, snel moe worden 54%
slaperigheid 12%
Een manier om te kijken of je misschien hyperventileert is door gebruik te maken van de Nijmeegse klachten lijst. Zie vragenlijsten.
Therapie: Hyperventilatie behoort tot de angststoornissen. In de therapie leert de patiënt zijn reacties op deze angst te herkennen. (Bij hyperventilatie is dat vooral de angst voor je klachten). Een van die reacties is een gespannen lichaam. Het is vooral door de gespannenheid van het lichaam dat de adem veranderd. Een andere angstreactie is oplossingen zoeken in je hoofd. Helaas zijn die gedachten negatief gekleurd(paniek). Deze gedachten zuigen alle aandacht naar zich toe en zorgen er voor dat de aandacht niet meer bij je lichaam is. De therapie zorgt er uiteindelijk voor dat de patiënt vrijer met zijn aandacht om kan gaan en naast de paniekgedachten ook meekrijgt wat er in het lichaam gebeurd en zich dan ondanks zijn klachten weer lichamelijk kan ontspannen. De goede ademhaling volgt dan vanzelf.